Simpel gezegd: reguliere geneeskunde biedt mogelijkheden om problemen of beschadigingen op te vangen die het lichaam zelf niet (meer) kan genezen b.v. bij acute geneeskunde, traumatologie, orgaanschade en de blijvende gevolgen daarvan, invaliditeit etc.. Integrale geneeskunde zet het lichaam aan tot herstel van stoornissen die het lichaam nog wel zelf kan of zou moeten kunnen herstellen b.v. chronische ziekten, belastingen door toxinen, stress, belastende leef- en voedingswijzen, gevolgen van langdurig medicijngebruik, etc. En dat blijkt in veel situaties het geval te zijn! Zo kunnen beide methoden elkaar goed aanvullen.